Patronen als basis voor morgen
Joeri Diederen over de Werkgroep Architectuur Common Ground en hoe we samen patronen ontwikkelen die de uitwisselbaarheid van data tussen gemeentelijke applicaties vergroten.
Hoe zorg je ervoor dat gemeenten efficiënt, innovatief en toekomstbestendig werken in de Common Ground-transitie? De Werkgroep Architectuur Common Ground legt hiervoor een sterk fundament. Onze Joeri sluit vanuit de gemeente Rotterdam aan bij deze werkgroep. Hij vertelt met deze pet op hoe hij bijdraagt aan het ontwikkelen van patronen die de uitwisselbaarheid tussen systemen vergroten en innovatie stimuleren.
Aanleiding: een nieuwe manier van samenwerken
Nederlandse gemeenten werken met talloze applicaties. Veel leveranciers leveren graag een totaaloplossing en daarom worden functionaliteiten binnen de gemeente meerdere keren uitgevoerd; allemaal met een andere stijl, vorm en ingang.
De Common Ground-gedachte wil daar verandering in brengen. Enerzijds door het landschap licentievrij en opensource te maken (en daardoor onafhankelijk), en anderzijds door informatie los te koppelen van specifieke software.
De Werkgroep Architectuur Common Ground werkt hiervoor onder andere aan patronen. Dat zijn een soort ‘standaard recepten’ die het voor gemeenten makkelijker maken om informatie tussen systemen uit te wisselen. Hierdoor ontstaan richtlijnen, waar gemeenten leveranciers aan kunnen houden. Daardoor worden voor dezelfde functies niet langer verschillende applicaties gebruikt, maar werken we toe naar standaard beschikbare voorzieningen. Zo ontstaat er een markt die ook voor kleinere softwareontwikkelaars laagdrempelig toegankelijk is. En dat vergroot de innovatie.
Brede samenwerking
De transitie naar Common Ground biedt grote kansen, maar ook de nodige uitdagingen. Want hoe zorg je ervoor dat applicaties elkaar begrijpen, ongeacht wie de leverancier is? En hoe voorkom je dubbele functies in het landschap? Of maatwerk dat je later weer moet ombouwen?
Gemeenten Rotterdam, Den Haag en Utrecht, de Open Webconcept-gemeenten, leveranciers Maykin en Ritense, én regie-organisatie Dimpact zetten in op een uniforme aanpak. Joeri vertelt: “Ik merk dat er behoefte is aan patronen die ervoor zorgen dat verschillende systemen probleemloos samenwerken. Zodat er centrale, herbruikbare functies ontstaan voor de dienstverlening aan de inwoner, ongeacht het achterliggende systeem.”
Zo werkt een patroon
Stel, een burger doet online een aanvraag voor een parkeervergunning. En de ambtenaar merkt dat er extra informatie nodig is. Die ambtenaar kan via een gestandaardiseerde digitale taak in een burgerportaal de informatie opvragen. Omdat deze taak via een patroon beschreven is, kan zo’n portaal de taak op de juiste manier laten zien. En kunnen straks ook andere applicaties hetzelfde principe gebruiken.
Dit patroon laat burgers veilig communiceren met de gemeente via één portaal, terwijl alle applicaties hetzelfde patroon kunnen gebruiken voor gegevensuitwisseling.
Hoe werkt dat technisch?
Patronen worden vastgelegd in een soort blauwdruk waarin staat hoe componenten met elkaar communiceren. Welk dataformaat wisselen ze uit? Hoe is die data opgebouwd? En welke naam geven we aan bepaalde eigenschappen?
Daardoor krijg je uitwisselbaarheid, want de datastroom blijft functioneren als je een systeem door een ander systeem vervangt. Ook de innovatiekracht wordt groter, want door deze blauwdrukken kunnen ook kleine, nieuwe software leveranciers zich aansluiten bij het landschap. Bovendien is het schaalbaar: gemeenten hoeven niet voor elke applicatie met dezelfde behoefte maatwerk toe te passen.
Rotterdam is één van de koplopers in deze groep. Joeri: “Het doel is om de dienstverleningsprocessen in Rotterdam zo te configureren, dat ze aansluiten bij de landelijke standaard. Die standaarden zijn soms te verbeteren en soms moeten ze nog gemaakt worden. In dat laatste geval gaan we met de werkgroep aan de slag.”
Wat levert het op?
Naast voordelen voor de gemeenten, heeft zo’n patroon ook veel toegevoegde waarde voor de dienstverlening. Burgers en bedrijven regelen dan al hun zaken via één loket, zonder zich zorgen te maken over de achterliggende systemen. Gemeenten opereren daardoor effectiever en goedkoper, omdat ze niet langer voor dubbelingen in het applicatielandschap betalen. Bovendien wordt voor de burger de dienstverlening uniformer en voorspelbaarder. En dat zorgt voor meer vertrouwen in de overheid.
De veelzijdigheid van patronen
De Werkgroep Architectuur Common Ground gaat over méér dan digitale taken of parkeervergunningen. Joeri: “We beschrijven bijvoorbeeld ook hoe de automatische verwerking van ongestructureerde post en e-mails automatisch gaat, hoe je verschillende authenticatiemiddelen (DigiD machtigen, eHerkenning bewindvoering, en nog veel meer) uniform integreert of hoe je een inwoner altijd informeert op zijn of haar voorkeurskanaal.”
De voorbeelden zijn eindeloos. Het doel is altijd hetzelfde: een compact en veelzijdig platform voor dienstverlening, waarop alle ketenpartners moeiteloos kunnen aansluiten. Dus, door patronen ontstaat een solide basis, waarmee we de gemeentelijke dienstverlening uniform en toegankelijk inrichten.
Wil jij meedoen of meer weten? Bel of mail ons gerust.